Hieronder staan de eerste negen pagina’s van ons schoolplan. Het volledige schoolplan ligt -voor belanghebbenden- ter inzage op school.
Voorwoord
Voor u ligt het schoolplan van Het Achterhuis Lyceum in Den Haag. In dit plan wordt richting gegeven aan het beleid van de school. Het plan is leidend bij de inrichting van het onderwijs en functioneert gedurende het vier jaar als referentiepunt tijdens belangrijke beslissingen en bij reflecties op de gang van zaken.
Om de kwaliteit van het onderwijs te waarborgen en ieder jaar verder te bevorderen wordt het schoolplan jaarlijks geëvalueerd en waar nodig bijgewerkt, maar de gedachte achter het onderwijs blijft hetzelfde. Op Het Achterhuis Lyceum verzorgen wij kwalitatief hoogwaardig voortgezet onderwijs in een veilige leef- en leeromgeving met als doel gemotiveerde leerlingen voor te bereiden om een actieve bijdrage te leveren aan de maatschappij met behoud van de eigen identiteit. Geïnspireerd door de islam leiden wij jongeren op om de Nederlandse samenleving van nut te zijn door ze te laten uitblinken in hun kwaliteiten. Hieronder wordt de gekozen werkwijze en de motivering daarvan nader toegelicht.
Het Achterhuis als naam voor onze onderwijsinstelling:
Sinds de aanslagen van 11 september zijn miljoenen islamitische wereldburgers door aanvalsoorlogen gedood[1]. De Nederlandse staat lijkt zich te voeden met het internationale sentiment waarbij elke moslim als een potentieel terrorist wordt gezien. Er is kennelijk gekozen voor een repressieve aanpak richting de eigen islamitische onderdanen. Moslims worden op allerlei (onwettige) manieren vervolgd en tegengewerkt.
Tegen deze achtergrond is er sinds 2010 een hevige schoolstrijd losgebarsten. De oprichter van Het Achterhuis Lyceum (S. Atasoy) heeft eerder bij de oprichting van het Cornelius Haga Lyceum te Amsterdam een juridische strijd gevoerd die gelijkenissen heeft met de Schoolstrijd van 1917 (bekostiging bijzondere scholen). Het bestuur werd op allerlei manieren tegengewerkt. In opdracht van dhr. L. Asscher[2] eisten ambtenaren van de gemeente Amsterdam dat o.a. dhr. Y. Elforkani als bestuurder werd aangesteld. Alleen dan zou er volgens dhr. Asscher radicalisering en terroristische gedachten bij leerlingen kunnen worden voorkomen. Zo trachtten zij de richting en inrichting van het onderwijs van een bijzondere onderwijsinstelling te bepalen gebaseerd op onzinnige vooroordelen. Het bestuur heeft die eis van hooggeplaatste ambtenaren van zowel de gemeente Amsterdam als het ministerie niet aanvaard, omdat het een inbreuk vormt op de fundamentele grondrechten en vrijheden van burgers. Uiteindelijk heeft dit onrechtmatig handelen door de Overheid geleid tot meer dan 28 juridische procedures[3].
Atasoy is sinds 2010 gedemoniseerd door de gemeente Amsterdam, het ministerie van OCW, andere door de Staat gesubsidieerde tegenstanders zoals Y. Altuntas[4] en R. Bal en zogenaamde deradicaliseringsadviseurs. Al sinds het begin heeft dit voornoemde ‘samenwerkingsverband’ het onafhankelijke bestuur met alle macht en middelen buiten de wet ontwricht. Uit verschillende lagen van deze bestuurlijke en maatschappelijke actoren zijn er structureel onjuiste en negatieve inlichtingen analyses[5] en berichtgevingen verspreid, waardoor getracht werd ouders, leerlingen en voorstanders te demotiveren om een islamitische school in oprichting te ondersteunen. Het is betreurenswaardig dat islamitische organisaties en contactorganen zich op een dergelijke wijze hebben laten positioneren zoals de Joodsche Raad dat heeft gedaan in de periode van februari 1941 tot september 1943.
In een brief van (wijlen) burgemeester Van der Laan van 1 augustus 2014 gericht aan de voorzitter van de ministerraad blijkt dat de gemeente Amsterdam getracht heeft om de AIVD te overtuigen door in plaats van een informele aantekening een officieel ambtsbericht uit te doen laten gaan welke dan zou kunnen worden gebruikt om de stichting van Atasoy te ontwrichten. Uit deze brief is te lezen dat de toenmalige directeur-generaal van de AIVD, de heer Bertholee, geweigerd heeft om aan deze constructie mee te werken omdat de Wet daartoe geen mogelijkheid bood. Citaat uit brief 1 augustus 2014 van de gemeente Amsterdam aan de ministerraad:
‘’Om deze argumentatie het benodigde gewicht te geven, hebben wij de AIVD gevraagd om de bij hen bekende informatie betreffende de bestuursleden van het SIO middels een ambtsbericht te verstrekken. De AIVD stelt dat het juridisch en operationeel niet mogelijk is deze informatie middels een ambtsbericht te gebruiken. ‘’
Een officieel ambtsbericht bleef daarmee uit en de verstrekking van inlichtingen bleven naast DTN-verslagen van de NCTV beperkt tot informeel overleg. Ook destijds stelde het Openbaar Ministerie naar aanleiding van de informatie van de AIVD geen strafrechtelijk onderzoek in. Uit een onlangs verschenen publicatie van het NRC bleek dat de NCTV namens de minister van J&V meermaals bij het OM had aandrongen op strafrechtelijke vervolging van Atasoy. Het OM weigerde Atasoy te vervolgen omdat daarvoor onvoldoende grond was. Bronnen binnen de veiligheidsdiensten bevestigen dat de AIVD tot voor kort weerstand heeft geboden aan dergelijke verzoeken vanuit de gemeente Amsterdam, omdat deze gang van zaken onrechtmatig is. Kennelijk is er met de aanstelling van het hoofd van de AIVD en de NCTV (de heren Schoof en Aalbersberg) aan het begin van 2019 een kentering in deze standpuntbepaling gekomen.
In de brief van 1 augustus 2014 is immers ook te lezen dat de AIVD en de NCTV al eerder dezelfde zorgen informeel hadden gecommuniceerd met de gemeente Amsterdam. Citaat uit brief 1 augustus 2014 van de gemeente Amsterdam aan de ministerraad:
“Wij komen met al onze partners, mede op basis van expliciete waarschuwingen van de NCTV en de AIVD, tot de conclusie dat het niet wenselijk is dat een school in Amsterdam wordt gevestigd waarbij bestuursleden van de stichting dergelijke gedachtegoed ventileren.”
Vervolgens hebben ambtenaren van de pasbenoemde burgemeester mevr. Halsema wederom, na de succesvolle start en ook na het uitstekende inspectierapport van 16 november 2018, de AIVD om belastende informatie over de school gevraagd[6]. In het gespreksverslag is te lezen dat de tekst van het ambtsbericht wordt gedicteerd door Openbaar Bestuurders en ambtenaren van de gemeente Amsterdam, citaat:
“(…) Dat de informatie vestrekking schriftelijk plaatsvindt in de vorm van een zogenaamde ambtsbericht” En “Specifieke informatie betreffende radicale of (mogelijk) bij terroristische activiteiten betrokken personen, organisaties of netwerken wordt verstrekt mits deze informatie wordt gebruikt in het belang van de openbare orde of de nationale veiligheid”. (Bron: WOB verkregen door het Algemeen Dagblad d.d. 1 juli 2019 pagina’s 111 t/m 116 van 454)
De AIVD besloot om dit keer wel een formeel ambtsbericht op te stellen. Op 11 december 2018 bracht de AIVD en NCTV een uitgebreide inlichtingenanalyse uit over onze school en daarbij betrokken personen aan het ministerie van J&V, het ministerie van SZW, het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), het ministerie van Defensie, het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ), de NCTV, de Korpschef van de Nationale Politie en de gemeenten Amsterdam, Utrecht en Den Haag.
In tegenstelling tot de eerdere standpuntbepaling van de AIVD onder de heer Bertholee werd een inlichtingenanalyse nu opgevolgd door een ambtsbericht van 15 januari 2019. De allang -in ieder geval sinds 2014- bekende gekunstelde kern daarvan werd in een brief van 7 maart 2019 door de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid, de heer Aalbersberg (voormalig politiecommissaris van de gemeente Amsterdam), aan de Burgemeester alsnog gecommuniceerd. De school zou steeds meer een salafistische signatuur aannemen en antidemocratisch en anti-integratief onderwijs aanbieden. Richtinggevende personen binnen de school zouden banden onderhouden met een terroristische organisatie. Er waren indicaties dat SIO op het punt stond een groeispurt door te maken in Amsterdam, Den Haag en Utrecht. Atasoy werd op 7 maart ontboden door Burgemeester Halsema. In het stadhuis werd hem te kennen gegeven dat hij per direct moest opstappen omdat hij terrorisme zou financieren en omdat er op school antidemocratisch onderwijs werd gegeven[7].
De AIVD heeft een tiental punten met betrekking tot het onderwijs op het Cornelius Haga Lyceum en de aan de school betrokken personen (in het bijzonder de dagelijks bestuurder) opgenomen in de ambtsberichten. De stelling van de heer Schoof, in een interview met de Volkskrant van 3 juli jl.[8], dat er hieromtrent twee werkelijkheden bestaan die beide valide zouden kunnen zijn, geeft aan dat de analyses en het gevaar dat daaruit op termijn zou kunnen ontstaan ongefundeerd zijn.
Het is namelijk onmogelijk -op zijn minst zeer onwaarschijnlijk- dat 300 leerlingen, meer dan 700 ouders en circa 50 medewerkers dergelijke beschuldigingen verborgen weten te houden. De analyse en interpretatie van de AIVD is extra kwalijk omdat er op 7 maart 2019 ook werd gecommuniceerd dat er geen gevaar was voor de nationale veiligheid. Dit alles roept serieuze vragen op over de zorgvuldigheid waarmee het AIVD-onderzoek is uitgevoerd en de betrouwbaarheid van de verstrekte informatie en analyses die dat heeft opgeleverd. Een AIVD-team en inspecteurs van de onderwijsinspectie[9] sloten zich vervolgens aan bij de Taskforce[10] die ten doel had Atasoy te laten opstappen en/of het Cornelius Haga Lyceum te doen sluiten dan wel te belemmeren in de groei van het leerlingenaantal, te kwellen, te storen, te ontwrichten en/of te isoleren. De Onderwijsinspectie heeft als onderdeel van de Taskforce het positieve OI rapport van 16 november 2018[11] aangehouden en daarvoor in de plaats een zeer negatief rapport vastgesteld. Het NRC schreef een artikel op 15 december 2019 over die samenwerking: citaat:
‘’ (…) Maar interne mails suggereren dat de inspectie in die overleggen op zijn minst meedenkt over hoe een belastend dossier tegen het Haga opgebouwd kan worden. Zo verwacht de inspectie „weinig” van een onderzoek naar „burgerschap”, staat in aantekeningen van de bijeenkomst, en wordt het doorlichten van de administratie „het meest kansrijk” genoemd. Volgens de inspectie heeft zij dit nooit zo gezegd en zijn dit de persoonlijke aantekeningen van een onderwijsambtenaar. Op 8 maart ontvangt inspecteur-generaal Vogelzang een mail van een directeur van het ministerie van Onderwijs. De mail is grotendeels weggelakt in de verstrekte Wobstukken, maar NRC achterhaalde de inhoud ervan. De directeur meldt Vogelzang dat de ministers van Onderwijs en Justitie het „uitdrukkelijke verzoek” hebben gedaan om verschillende mogelijkheden te verkennen „tot beëindiging van de bekostiging, ook buiten de reguliere onderwijswetgeving om”. De „onderzoeken van de inspectie” moeten daarom worden voorbereid vanuit het „perspectief” van deze „varianten”.’’
Daarmee kan worden vastgesteld dat samen met de onderwijsinspectie en de gemeente Amsterdam ook de heer Schoof de bedoeling had om door middel van het openbaar maken van het ambtsbericht, tijdens de inschrijvingsperiode, zoveel mogelijk reputatieschade toe te brengen aan de dagelijks bestuurder en de school zodat ouders ervan zouden afzien kinderen aan te melden. De Taskforce was in 2019 niet in deze Stasi-methoden[12] geslaagd, omdat de moslimgemeenschap als geheel geen vertrouwen meer lijkt te hebben in de Overheid en deze werkwijze van de Overheid had doorzien.
Vanuit de rechtsstaat bekeken is dit handelen een zorgelijke ontwikkeling, omdat er een ontwrichting in de samenleving ontstaat waarbij burgers het vertrouwen in de Overheid zichtbaar hebben verloren[13]. Aan de andere kant geeft het vorengenoemde onze privéschool bestaansrecht.
De Taskforce ontwikkelde dus een strategie die erop gericht was een normaliter niet openbaar ambtsbericht te gebruiken om opnieuw een Inspectie op de school te laten uitvoeren. De uitkomst moest zijn dat er op de school sprake is van wanbeheer. Die conclusie zou dan een titel opleveren voor een aanwijzing om het bestuur van de school naar huis te sturen onder dreiging van het intrekken van de bekostiging. Deze strategie -die is afgestemd met alle actoren van de Tasforce- is neergelegd in een notitie die besproken is met het College van B&W.
Ook deze notitie is aangetroffen in een grote hoeveelheid Wob-stukken, waar meer niet dan wel van te lezen was door de beruchte zwarte vlakken[14]. In de Wob-stukken komt naar voren dat de gemeente scenario’s bespreekt die kunnen leiden naar sluiting van de school. Er wordt besproken dat daarvoor openbare orde en veiligheid verstoringen nodig zijn waarbij wordt gezinspeeld op het ontstaan van publieke commotie en geweld op basis van de bekendmaking van de ambtsberichten. Dit zou dan aanleiding kunnen zijn om de school op basis van een gemeentelijke verordening te sluiten. Citaat uit Wob-stuk vergaderingen gemeente Amsterdam[15]:
‘’Er moet dus eerst sprake zijn van concrete (nieuwe) informatie van bijvoorbeeld politie of de veiligheidsdiensten op basis waarvan aannemelijk is dat sprake is van een acuut gevaar voor de openbare orde of veiligheid. Denk aan: molotovcocktails die uit het gebouw worden gegooid, een eventuele aanslag op de school of groepen die op of in de onmiddellijke nabijheid van de school met elkaar op de vuist (dreigen) te gaan en dergelijke.”
Men kan zich afvragen wat er onder het zwartgelakte in deze stukken staat als dit hetgeen is wat wel openbaar mocht worden. Daarnaast wordt ook de kans van slagen besproken van de mogelijkheid dat één van de bestuurders de andere twee bestuurders zou kunnen ontslaan. Atasoy en de school ontvingen inmiddels veel dreigementen en de explosievenexperts van de Politie moesten twee keer uitrukken. Door de dreiging van een verordening van de Burgemeester van Amsterdam durfde de dagelijks bestuurder destijds ook geen aangifte te doen bij de politie en bleef het – in goed overleg met de wijkagent – bij een melding. De school werd in een mede door de AIVD gecreëerd vijandig klimaat gemanoeuvreerd en aan zijn eigen lot overgelaten. Naast de andere leden van de Taskforce heeft ook de onderwijsinspectie hieraan meegewerkt en bijgedragen.
De Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD)
Tijdens de lange gesprekken dat de heer Atasoy met de voorzitter van de CTIVD de heer mr. H. Brouwer en mevrouw mr. J. Kervel-de Goei heeft gevoerd[16], heeft de commissie erop gewezen dat alleen het optreden van de AIVD-deel uitmaakt van het rechtmatigheidsonderzoek en dat het optreden van andere overheidsorganisaties in dat verband buiten beschouwing dient te blijven. Daartegen is ingebracht dat in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van de AIVD verder reikt dan het ter beschikking stellen van informatie[17] en zich vervolgens niet meer bekommeren over wat daarmee gebeurt. De AIVD heeft m.i. een plicht ervoor te zorgen dat de door de dienst ter beschikking gestelde informatie door de afnemers zorgvuldig wordt gebruikt en dat een onjuiste weergave daarvan -via interne communicatiekanalen- wordt gecorrigeerd.
Het toespelen van persoonlijke informatie naar de media heeft geen landsbelang en door de kettingreactie die daarna ontstond, is onder andere de onafhankelijkheid van de onderwijsinspectie in zijn tweehonderdjarige bestaan ernstig op de proef gesteld en beschadigd.
Ten tweede heeft de AIVD in deze zaak niet alleen eigenstandig gefunctioneerd, maar, zoals hierboven toegelicht, ook als onderdeel van de Taskforce die speciaal voor deze casus is ingericht. Het bestaan van deze Taskforce en leidende rol van de AIVD is door de heer Aalbersberg erkend in zijn brief van 7 maart 2019. De AIVD heeft een actieve rol gespeeld in de ontwikkeling van het beleid van de Taskforce jegens de school, waarbij de onderwijsinspectie actief is aangezet om een vernietigend rapport te schrijven met als doel het proces rondom de school te stoppen. De onderwijsinspectie overlegt gezamenlijk met de Taskforce zoals blijkt uit de berichten in NRC, maar ook uit foto’s en geluidsopnamen van een vergadering van dit gezelschap, waarbij ook een medewerker van de veiligheidsdienst AIVD aanwezig is.
Evident is dat binnen de Taskforce is besloten om alle mogelijke middelen in te zetten om de school het zo moeilijk mogelijk te maken. De gemeente Amsterdam heeft op basis van de ambtsberichten onrechtmatige handelingsperspectieven uiteengezet. Daarbij ging het opvallend genoeg niet meer over de in het ambtsbericht genoemde aanjagers, maar juist over (een betrekkelijk kort citaat uit de brief van de veiligheidsdiensten) de richtinggevende personen (Atasoy) die in contact zouden staan met een terroristische organisatie. Zoals eerder aangegeven is deze citaat gedicteerd door Openbaar Bestuurders en ambtenaren van de gemeente Amsterdam tijdens de bijeenkomst in Zoetermeer.
Het lijkt hierdoor alsof er meer aan de hand is, terwijl er geen strafbare feiten zijn gepleegd.
De Taskforce op basis van informatie van de AIVD en de NCTV bewust getracht een wig te drijven binnen het bestuur en tussen het bestuur van de school en andere delen van de islamitische gemeenschap. In verslagen van het Dreigingsbeeld Terrorisme Nederland (DTN) wordt de islamitische gemeenschap tegen elkaar opgezet en een religieus conflict aangewakkerd. Dit is onder andere gebeurd door het verspreiden van valse geruchten, intimidatie, chantage en het organiseren van mislukkingen in het beroeps- en privéleven. In oppositionele geloofsgroepen is getracht tweedracht te zaaien via infiltratie en door het stimuleren van onderlinge rivaliteit. Dit gebeurde in het bijzonder tijdens twee bijeenkomsten in de ambtswoning van de Amsterdamse burgemeester waarbij de veiligheidsdiensten aanwezig waren. Het mogelijke gevolg kan zijn dat er onveilige situaties zich voordoen als het gaat om in winterslaap verkeerde represailles tussen orthodoxe en liberale moslims.
De voormalig Directeur-Generaal (dhr. Schoof) van de AIVD is zelfs hoogstpersoonlijk naar Amsterdam afgereisd om de burgemeester te overtuigen actief te handelen, terwijl de AIVD wist dat de gemeente geen wettelijke macht heeft de rigoureuze Stasi-methoden en handelingsprespectieven, zoals deze zijn bedacht in de Taskforce, ten uitvoer te brengen en zo de school te doen sluiten. Het is evident dat hier sprake is van het manipuleren van actoren om op die wijze tweedracht en ontwrichting te veroorzaken. Evident is dat juist deze handelswijze nu en op termijn de democratische rechtsorde blijvend schade kan toebrengen.
Daarnaast is een etnische en denominatieve (richtingen-) machtsstrijd tussen moslims onderling eveneens door de werkwijze van de AIVD (en de Taskforce) aangewakkerd door bepaalde richtingen/denominaties als gevaarlijk te bestempelen. Het vormen van eenheid binnen religieuze gemeenschappen is juist in het belang van de nationale veiligheid, goed onderwijs en de verdere vorming van goed burgerschap. De AIVD (en ook de NCTV) daarentegen lijkt de saamhorigheid te zien als een gevaar en neemt deze als zodanig in de DTN-verslagen op, waardoor moslims zich juist vervreemd voelen van de maatschappij en een meerderheid van de niet-moslims een afkeer ontwikkelen tegen moslims.
Los van de persoonlijke schade hebben de AIVD en de NCTV samen met de Taskforce in deze zaak – eufemistisch geduid – echter de hand gelicht met een aantal kernbestanddelen van de democratische rechtsorde. Het optreden van de Taskforce heeft geleid tot spanningen binnen de samenleving, tweedracht, polarisatie en wantrouwen en in het bijzonder binnen de islamitische gemeenschap. Dát is een gevaar voor de nationale veiligheid, niet een Nederlandse school onder leiding van Atasoy waar alle moslims en niet-moslims welkom zijn en zich thuis voelen.
Rapport van de CTIVD d.d. 6 december 2019[18]
De CTIVD heeft na onderzoek geconstateerd dat de ernstigste bezwaren van de AIVD tegen de school ongegrond zijn. Wat overblijft is een uitgekleed ambtsbericht dat geen grondslag biedt voor de
drastische maatregelen die jegens mij en de school zijn genomen[19].
De voorzitter van de Commissie van Toezicht op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten gaf zijn samenvattend oordeel in de Volkskrant van 6 december 2019[20]:
“Een doodzonde’, noemt CTIVD-voorzitter Nico van Eijk de onjuistheden in het ambtsbericht. ‘Als een overheid iets communiceert, moet dat kloppen. Dat geldt zeker voor de AIVD, die met geheime informatie werkt.’” En “De berichten van de AIVD bevatten ‘substantiële gebreken, die op onderdelen tot onrechtmatigheden leiden’.” (Volkskrant van 6 december 2019)
Het tweede ambtsbericht van 4 februari 2019 waarin werd gesproken over zelfverrijking had volgens de CTIVD nooit verstrekt mogen worden aan de gemeente Amsterdam, de onderwijsinspectie en het ministerie van Onderwijs. Ook dat vindt de CTIVD ‘ernstig’. Naar aanleiding van dit ambtsbericht heeft de belastingdienst later een onderzoek gedaan naar de inkomsten van de bestuurders. Op 22 november 2019 bracht de Belastingdienst een controlerapport uit van een boekenonderzoek bij het Cornelius Haga Lyceum. De conclusie op pagina 5 van het rapport luidt dat alle uitbetalingen aan de bestuurders rechtmatig waren maar dat de IB-47 verklaringen niet tijdig waren ingediend. Voordat de CTIVD haar onderzoek had gedaan naar het handelen van de AIVD hebben twee onderzoeksjournalisten van de Volkskrant een longread[21] geschreven over de gehele kwestie. Naar aanleiding van het CTIVD rapport heeft Atasoy destijds betoogd dat er geen andere winnaars zijn dan de rechtsstaat. Een winst voor de rechtsstaat dat werd vertaald in een boodschap aan de samenleving dat het gezag van de AIVD van kracht blijft, maar uitsluitend binnen grenzen van de rechtsstaat om Nederland en zijn onderdanen in een veilig klimaat te laten samenleven. De kern van een democratie borgt dan ook dat samenleven in ons land gereguleerd mag worden door de Overheid. Dat hebben wij gezamenlijk als volwaardige burgers te accepteren.
Ondanks het oordeel van de CTiVD ging de Taskforce door en resteerde voor de Overheid feitelijk nog optie 1 uit het Advies die te lezen is in de WOB-documenten: “Het bestuur van SIO kan de bestuursleden van SIO ontslaan” met daarbij de kanttekening dat “het bestuur van SIO mee diende te werken”. Hiermee geeft de Overheid het startsein om Atasoy vanuit het bestuur, dus middels interne tegenwerking, tot een vertrek te bewegen. Heden september 2021 is Atasoy in ieder geval tijdelijk uit het bestuur van SIO gezet. Voor wat betreft arbeidsrechtelijke procedure heeft het Gerechtshof inmiddels geoordeeld dat daarbij sprake is geweest van ernstig verwijtbaar handelen[22].
Dat de minister van OCW en de Taskforce medeverantwoordelijk zijn voor de plotselinge en onrechtmatige overname van de macht bij het Cornelius Haga Lyceum is als sluitstuk te lezen in de hierna genoemde brief. de minister van OCW omschrijft in zijn brief van 20 november 2020 aan de Tweede Kamer[23] dat de herstelopdrachten uit zijn eerdere aanwijzing -welke was gebaseerd op het ambtsbericht en inspectierapport – alleen opgelost konden worden door een nieuw bestuur. Citaat:
‘’ De kern van mijn aanwijzing was dat alleen een nieuw bestuur in staat was de geconstateerde tekortkomingen en risico’s op te heffen.’’
Echter, met het wegsturen van Atasoy blijken alle klachten ten aanzien van het bestuur ineens te zijn opgelost. Citaat:
‘’ Een bestuurlijk conflict heeft geleid tot het ontslag van twee bestuursleden door de voorzitter van het algemeen bestuur.’’ En ‘’ De ontwikkelingen binnen het bestuur en het tussenrapport van de inspectie waren voor mij aanleiding om in gesprek te gaan met SIO.’’ En ‘’ Ik acht het ook in hun belang dat we – net als de gemeente Amsterdam – werken aan normalisering van de verhoudingen tussen de overheid en SIO.’’
De minister van OCW erkent dus dat er is voldaan aan zijn onrechtmatige aanwijzing nu Atasoy is weggestuurd en de minister ziet af van het hoger beroep dat was ingesteld tegen de uitspraak van rechtbank Amsterdam d.d. 20 januari 2020[24]. Daarnaast heeft de minister van OCW een extra subsidie van €500.000 aan de coupplegers toegekend om zo de juridische kosten tegen Atasoy te bekostigen. Citaat:
“Ik heb ruim €500.000,- van de gevraagde 1.9 miljoen goedgekeurd. (…)Alleen de gemaakte kosten die direct verband houden met de bestuurlijke crises bij SIO (…) heb ik in aanmerking genomen.” [25]
Na de Stasi-methoden van de Taskforce is zo ook een coup en een onrechtmatige situatie door het ministerie in stand gehouden met financiële steun aan de coupplegers. Dit, terwijl het ambtsbericht, de aanwijzing, de inhoud van het OI rapport en de herstelopdrachten van tafel waren en geen enkele verwijt gebillijkt was[26]. Atasoy heeft verschillende procedures aanhangig gemaakt om zijn terugkeer te bewerkstelligen. Ondertussen is vanwege de hierboven geschetste repressie, onderdrukking en onrechtstatelijk handelen van de Overheid (lees: regime) Het Achterhuis Lyceum opgericht.
Het Achterhuis Lyceum heeft een volledig bevoegd team. Het Achterhuis Lyceum is gestart met een klas waarin een maximum van 20 leerlingen onderwijs krijgen. Onze leerlingen hebben allen vrijstelling van de inschrijfplicht. Vanaf september 2022 zal onze privéschool ook leerlingen onderwijzen die nog géén vrijstelling hebben van de inschrijfplicht. Als de onderwijsinspectie samen met de Taskforce niet kan aantonen dat zij onafhankelijk en rechtstatelijk kan handelen zal de school op gepaste wijze via de rechterlijke macht zich wederom verzetten tegen dit tirannieke regime.
Het Achterhuis Lyceum is nu een feit.
Soner Atasoy
______________________________________________________
[1] Zie hiervoor de volgende bronnen: “ Watson institute for international and public affairs: Human Costs of U.S. Post-9/11 Wars: Direct War Deaths in Major War Zones | Figures | Costs of War (brown.edu) HUMAN COSTS The number of people killed directly in the violence of the U.S. post-9/11 wars in Afghanistan, Pakistan, Iraq, Syria, Yemen, and elsewhere are estimated here.” En “Geneva declaration’s baseline ratio, probable total indirect civilian deaths due to post 9/11 wars.”
[2] Destijds wethouder onderwijs bij de gemeente Amsterdam.
[3] De onderstaande rechterlijke uitspraken inzake de huisvestings- en bekostigingsprocedure zijn van belang om de juridische strijd tegen onrecht weer te geven. Het is ook van belang om aan te geven dat er naast vele gesprekken tussen de rechterlijke procedures door, ook minimaal evenveel bezwarenprocedures zijn gevoerd. Atasoy verwijst naar de uitspraken van de Rechtbank Amsterdam, Rechtbank Den Haag en de Afdeling: ECLI:NL:RBAMS:2012:BX2739; AMS 14/3830; AMS 14/7253; AMS 14/6331; AMS 15/1145; AMS 15/961; AMS 15/873; ECLI:NL:RVS:2015:2613; ECLI:NL:RVS:2015:3249); ECLI:NL:RVS:201505283/4/A2 15/961, 15/873,15/1145; ECLI:NL:RVS:201505283/4/A2 15/873; ECLI:NL:RVS:201505283/4/A2 15/1145; ECLI:NL:RVS:201505283/6/A2; ECLI:NL:RVS:2016:1533; AMS 16/4120; AMS 16/3857; ECLI:NL:RVS:2016:06253/4/A2; AMS 16/5963; AMS 16/5964; ECLI:NL:RVS:2016:06638/1/A2; ECLI:NL:RVS:2016:06638/2/A2; ECLI:NL:RVS:2016:08912/3/A2 civiel) C/09/528946/KGZA 17/350; AMS 17/679 ECLI:NL:RVS:2017:05016/2/A2; ECLI:NL:RVS:2017:319; ECLI:NL:RVS :2016:08912/1/A2; ECLI:NL:RVS:2017:1898; AMS 17/3781; ECLI:NL:RVS:2017:1979; ECLI:NL:RVS:2017:2030; ECLI:NL:RVS:2017:5270
[4] Y. Altuntas is voormalig directeur van de ISBO en een voorman bij de Turkse Milli Gorus organisatie. Er is door hen aangedrongen dat de meerderheid van het bestuur van SIO zou worden bemand door personen uit de Milli Gorus geledingen. Atasoy weigerde dit waarop namens Y. Altuntas werd aangekondigd dat Milli Gorus mee zou werken met de Overheid om de initiatieven van Atasoy te dwarsbomen. Lees hiervoor bijvoorbeeld het volgende artikel waarin Atasoy door Y. Altuntas wordt gesmaad en gelasterd httpss://www.parool.nl/nieuws/waarom-heeft-amsterdam-nog-geen-nieuwe-middelbare-islamitische-school~beb2394b/.
[5] Dit blijkt ook uit de uitspraak van rechtbank Amsterdam d.d. 20 januari 2020 ECLI:NL:RBAMS: 2020:226 zie ro. 23: “De analyses hebben niet altijd een logische opbouw en niet altijd is inzichtelijk op welke feitelijke bevindingen sommige conclusies zijn gebaseerd. Dit klemt te meer omdat ook niet is vermeld wie de opsteller(s) van de analyses is, zodat onduidelijk is wat de expertise van de opsteller(s) is. De analyse over persoon 1 bevat een onvoldoende feitelijke en kenbare onderbouwing voor de conclusie dat persoon 1 antidemocratisch en anti-integratief gedachtegoed uitdraagt.”
[6] WOB verkregen door AD 1 juli 2019 pagina’s 111 t/m 116 van 454: “gespreksnotitie d.d. 30 januari 2018 informatiebehoefte en toepasbare informatie Zoetermeer”. Citaat: “(…) Dat de informatie vestrekking schriftelijk plaatsvindt in de vorm van een zogenaamde ambtsbericht”
[7]httpss://www.vpro.nl/argos/media/kijk/afleveringen/medialogica/2020/aflevering-3.html .
Uit publicatie van uitzending Medialogica / Argos: Maart 2019: het Haga Lyceum, een islamitische middelbare school in Amsterdam, wordt opeens landelijk nieuws. Aanleiding is een alarmerende brief van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid aan burgemeester Halsema. Volgens AIVD-inlichtingen zouden op de school ‘richtinggevende personen’ onder invloed staan van ‘salafistische aanjagers’ en contact hebben onderhouden met een terroristische organisatie. Terwijl het Haga Lyceum nu is verwikkeld in een interne machtsstrijd, blikt Medialogica terug op een turbulent jaar (Nordin Lasfar en Ruth Nederveen).
[8]httpss://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/aivd-directeur-dick-schoof-we-zijn-niet-zomaar-mensen-aan-het-beschuldigen-op-die-school-is-echt-iets-aan-de-hand~baf8bc5d/.
[9] Lees in deze artikelen van onderzoeksjournalist Kouwenhoven van NRC, hoe de Onderwijsinspectie deelnam aan de overleggen van de Taskforce die tot doel had het Cornelius Haga Lyceum te sluiten:
httpss://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/16/van-de-onafhankelijke-onderwijsinspectie-is-weinig-meer-over-a3984028 En httpss://www.nrc.nl/nieuws/2019/12/15/het-stond-al-vast-de-leiding-van-het-haga-moest-weg-a3983925.
[10] AIVD-team maakt ondubbelzinnig onderdeel uit van de Taskforce en haar handelingsperspectieven zie: citaat uit brief van de NCTV d.d. 7 maart 2019: ‘’Zoals u weet is onlangs de Taskforce Problematisch Gedrag en Ongewenste Buitenlandse Financiering opgericht, bestaande uit afgevaardigden van het ministerie van SZW, BZK (incl. de AIVD) en J&V (incl. de NCTV). ‘’
[11] Productie 6 van dagvaarding d.d. 22 juni 2021 in zaak Atasoy c.s. (productie 30)
[12] Zie: httpss://de.wikipedia.org/wiki/Ministerium_f%C3%BCr_Staatssicherheit.
[13] Een verlies dat niet door het handelen van Atasoy is veroorzaakt, maar juist door de partijen die de school beschuldigen antidemocratische handelingen.
[14] Inmiddels zijn het geen zwarte maar witte balken zie: httpss://twitter.com/pieteromtzigt/status/1196378614490632193
[15] WOB aanvraag Algemeen Dagblad 1 juli 2019
[16] Citaat uit BIJLAGE I bij het toezichtsrapport over de gegevensverstrekking door de AIVD over het Cornelius Haga Lyceum: “Bijzonder aan dit rechtmatigheidsonderzoek is dat de CTIVD ook één van de personen waar de gegevensverstrekking van de AIVD op zag, heeft gehoord. Het betreft de heer S. Atasoy, directeur bestuurder van het Cornelius Haga Lyceum. Dit gebeurde op zijn verzoek. De heer Atasoy heeft aan de CTIVD alle feiten en omstandigheden toegelicht die volgens hem relevant waren voor het onderzoek en heeft zijn visie gegeven op het handelen van de AIVD en andere overheidsinstanties jegens de school en daarbij betrokken personen. Van het horen is een verslag gemaakt dat door de heer Atasoy is ingezien. Daarnaast heeft de vertegenwoordiger van de heer Atasoy, prof. dr. T. Zwart, documentatie toegezonden ter ondersteuning van hetgeen tijdens het horen is gesteld. De CTIVD heeft het door de heer Atasoy gestelde en de toegezonden documentatie betrokken bij haar onderzoek. Dit heeft ertoe geleid dat een aantal zaken nader is geverifieerd in de systemen van de AIVD. De CTIVD heeft de visie van de heer Atasoy op het handelen van de AIVD en de gevolgen daarvan in ogenschouw genomen bij haar beoordeling.”
[17] Alhoewel onderdelen van de AIVD zichzelf niet herkennen als voorlichtingsdienst, zie: httpss://www.volkskrant.nl/columns-opinie/de-aivd-is-een-geheime-dienst-en-geen-voorlichtingsdienst~bee5cd74/.
[18] httpss://www.ctivd.nl/documenten/rapporten/2019/12/06/index.
[19] Lees de analyse van Prof. dr. Tom Zwart: httpss://www.montesquieuinstituut.nl/id/vl4kg7tji7kp/nieuws/ctivd_rapport_trekt_het_tapijt_vandaan.
[20] httpss://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/veiligheidsdienst-aivd-beging-doodzonde-bij-opstellen-ambtsbericht-over-haga-lyceum~bc41bf63/.
[21]Lees longread: httpss://www.volkskrant.nl/nieuws-achtergrond/waar-ligt-de-waarheid-over-het-haga lyceum~bdccf23e/ en beluister podcast: httpss://podcastluisteren.nl/ep/het-Volkskrantgeluid-112-Wat-is-er-nou-waar-over-het-salafistische-Haga-Lyceum van Tjerk Gualthérie van Weezel en Rik Kuiper.
[22] Volkskrant 30 maart 2022 citaat: “Soner Atasoy, de omstreden oud-directeur van het Cornelius Haga Lyceum, krijgt een ontslagvergoeding van 100.000 euro. Het bestuur van de islamitische middelbare school heeft hem halverwege 2020 ten onrechte op staande voet ontslagen. Dat heeft het Amsterdamse gerechtshof vandaag bepaald. Eerder stelde de rechter juist dat Atasoy wel degelijk terecht op staande voet was ontslagen. Atasoy had aanvankelijk een vergoeding van bijna vijf ton geëist, maar matigde die eis al tijdens de zitting. ‘Ik wilde niet dat de school hierdoor failliet zou gaan’, zegt hij in een reactie. Hij vindt het vooral belangrijk dat ‘alle verwijten en beschuldigingen aan mijn adres’ van tafel zijn. In een andere rechtszaak probeert hij nog altijd terug te keren als bestuurder van de school. ‘Die zaak is ook waterdicht.’”
[23] Tweede kamer, vergaderjaar 2020-2021, 29 614, nr. 156 Grondrechten in een pluriforme samenleving Voortgezet Onderwijs
[24] ECLI:NL:RBAMS: 2020:226 zie o.a. ro. 32: “De rechtbank stelt vast dat niet in geschil is dat SIO met het op de school gegeven onderwijs in elk geval op enige wijze invulling heeft gegeven aan de burgerschapsopdracht. De concrete invulling vindt plaats via reguliere schoolvakken (…) Zoals hiervoor onder rechtsoverweging 30 is overwogen is de wijze waarop een school invulling wenst te geven aan de burgerschapsopdracht echter vrij. De eisen die de minister aan SIO wil stellen, reiken verder dan waartoe de burgerschapsopdracht van art. 17 van de Wvo strekt. Het verwijt van de minister dat de kwaliteit van het burgerschapsonderwijs op de school tekortschiet, is dan ook niet terecht.” En zie ook ro. 33: “De rechtbank volgt de minister ook niet in zijn standpunt dat de school openlijk afstand moet nemen van personen met een omstreden gedachtegoed en omstreden gedachtegoed met de leerlingen moet bespreken. Hoe een school hiermee om zou moeten gaan, is namelijk niet in de burgerschapsopdracht van art. 17 van de Wvo vastgelegd. De keuzes die SIO hierin maakt, vallen onder de vrijheid van onderwijs.”
[25] Brief de minister van OCW d.d. 11 oktober 2021 29517304 pagina 2
[26] Ibidem 24